tetontour.reismee.nl

Vlieg met me mee; van Yogja naar Denpasar

Nadat ik al het zwarte zand van me afgespoeld had en m’n laatste spulletjes weer in, aan en op de backpack bevestigd, zag ik donkere luchten steeds dichterbij komen. Ruim op tijd vertrok ik daarom naar het vliegveld.
Wederom bij Ekho op de scooter. Ik met, hopelijk, een 20 kg zware backpack achterop en mijn andere rugzak op m’n borst tussen ons in. Voor mij niet de eerste keer om op deze manier vervoerd te worden en we mingelden op deze manier ook lekker met het algemene straatbeeld. Het was alleen nog mijn huidskleur die flink afstak.
Na een klein half uurtje stonden we voor de luchthaven en voor ik ook maar één voet op de luchthaven kon zetten, moesten de tassen al door de beveiligingscontrole. Terwijl ik daarna nog druk op zoek was naar een bord waarop de incheckbalies worden aangegeven, stond ik ook al voor de balie.


Het moment van de waarheid

En dan nu het moment waar ik eerder al, toen ik deze vlucht boekte, naar refereerde: het weegmoment. God, het lijkt wel alsof ik weer deelnemer ben in een of ander tv-programma..

Nou, en een Big Loser dat ik was!!! Van 21,1 kg naar 19,45 kg. 1,65 kg er af in 1 week! En dat zonder al te veel inspanning. Ging het altijd maar zo makkelijk ;)
In elk geval een zorg minder!
Ik begin aan de worsteling mijn backpack weer in de flightbag (ofwel in het Nederlands: vliegtuigbeschermhoes) te krijgen en uiteindelijk win ik. Ik laat “mijn alles” achter bij de incheckbalie, neem mijn boardingpass in ontvangst, draai me om en sta meteen in de rij voor de volgende veiligheidscontrole. Mijn handbagage en ikzelf worden toegestaan en zo sta je nog voor de luchthaven, drie (bijna letterlijke) stappen verder, sta ik bij de gate.
Ik sta in een hal, niet groter als een gymzaal, die toegang biedt tot alle vijf de gates die dit vliegveld rijk is. De ruimte wordt omgeven door een paar kiosken, een boekwinkel en twee eetgelegenheden met lokale specialiteiten, waarvan één ook massages op het menu heeft staan. Ik realiseer me nu pas dat ik niet eens een massage heb ondergaan en stiekem begin ik in mijn achterhoofd alweer aan een volgende reisplanning, waarbij dit bovenaan mijn to-dolijstje komt te staan.
Ondanks dat je er moeilijk om heen kon met 16 lcd tv’s aan het plafond van deze relatief kleine ruimte kon het kinderamusement, de Indonesische talkshow en de lokale Tel Sell die daarop uitgezonden werden m’n aandacht niet houden. Het was veel vermakelijker om naar buiten te kijken, waar inmiddels mijn gevreesde bui met bakken, maar echt met bakken tegelijk, uit de lucht kwam. En waar de stewardessen af en aan, tussen vliegtuig en gate, renden. Want ondanks het primitieve vliegveld, was hier aan alles gedacht: de op dat moment boardende passagiers kregen allemaal een paraplu mee, aangezien je hier op de baan zelf moet boarden. Voorlopig zat ik nog lekker droog met af en toe een vleugje wifi..

Voor zover ik inmiddels het Indonesisch machtig ben, kon ik begrijpen dat mijn vlucht vertraging had. Ook niet geheel verrassend, gezien de weersomstandigheden en na een week in Indonesië en de ervaringen met de algemene punctualiteit van de Indonesiërs.
Desondanks blijft Garuda Indonesia, waarmee ik nu voor de tweede keer vloog, hoog op mijn lijstje van favoriete vliegmaatschappijen. De vliegtuigen zijn net en schoon, aangename temperatuur en geur in het vliegtuig en de stewardessen zien er piekfijn uit en zijn oprecht vriendelijk en behulpzaam. Ze komen voor het opstijgen langs met snoepjes en tijdens de binnenlandse vlucht van een uurtje kregen we zelfs drinken en een maaltijd!
(Deze promotie is overigens geheel vrijwillig geschreven en ik wordt, helaas, niet gesponsord door de betreffende vliegmaatschappij)

The final countdown
In Denpasar, Bali, stapte ik over naar International Airport. En ook hier weer meteen een veiligheidscontrole bij het betreden van het vliegveld en tel voor de aardigheid even mee: dat was 1.
Dit is een iets groter vliegveld dan waar ik net vandaan kwam en de borden met incheckbalies nog moeilijker vindbaar. Ik volgde dan ook maar de surfbags, backpacks, klepperende flipflops en knauwende Ozzies.
Terwijl ik al ergens middenin de rij stond om in te checken, sloten Michiel en Petra achteraan. Ik ken hen van de skiseizoenen in Kaprun -door Petra ben ik in Australië terecht gekomen- en vorig Australisch seizoen waren we huisgenoten. Omdat we nog ruim de tijd hadden sloot ik opnieuw achteraan en de ruime wachttijd was zelfs nog te kort om alle belevenissen van het seizoen wat we net achter de rug hadden, de verwachtingen voor het komende en de reisverhalen van daar tussenin uit te wisselen.

Flashbacks en een ode aan mijn ouders
Een onschuldigere passagier kun je je, al zeg ik het zelf, niet wensen! Desalniettemin ben ik wel bijna altijd de sjaak.
Op Schiphol liep ik een week eerder al op blote voeten door de douane waarna mijn handbagage onderste boven moest. En toen ik vorig jaar in Sydney arriveerde, werd ik ook al uitzonderlijk behandeld door Border Security. Inderdaad ja, zoals het gelijknamige televisieprogramma. Zo onderhand waan ik me toch bijna echt een tv celebrity.
Mijn backpack was toen namelijk al van de bagageband gehaald en stond al klaar op een trolley en één van de mannen van de douane was zelfs zo vriendelijk om deze voor mij te duwen. ‘die Australiërs -waar iedereen zo de mond van vol heeft- zijn echt ontzettend behulpzaam en vriendelijk’ dacht ik nog, heerlijk naïef. Nadat ik door middel van mijn paspoort bewezen had dat ik Nederlandse was en het woordje marihuana in combinatie met mijn naam genoemd werd, grapte ik daarna ‘No, not all Dutch people or on drugs..’. Nog steeds lachend keek ik rond waar Frans Bauer zich verstopt kon hebben, terwijl mijn personal carrier ernstig zei: ‘It’s no time for jokes, miss’. Inmiddels werd het wel steeds -daar issy weer- gezelliger en was er een tweede douanebeambte bijgekomen. Deze maakte de boel wel ontzettend chaotisch en verwarrend door al zijn vragen die hij continu op me af bleef vuren en ik vond hem ook behoorlijk in herhaling vallen. Hij heeft me wel tien keer gevraagd wie ik was, waar ik vandaan kwam, wat ik daar gedaan had, waar ik heen ging, wat ik daar dan ging doen en wanneer ik voor het laatst gerookt had (Ik houd er doorgaans niet van om te zeggen of te horen ‘kan ik niet’, maar roken: dat kan ik echt niet! ondanks dat ik het echt wel geprobeerd heb). Na de vijfde vraag hierover was ik bijna in staat het te gaan demonstreren, echter had ik natuurlijk geen sigaretten (en aansteker, want dat mag niet) bij me en ze zijn hier ook nogal streng en strikt in hun rookbeleid had ik al vernomen. Goed, ik bleef vriendelijk, want misschien had de beste man wel last van zijn korte termijn geheugen en ik gaf dan ook netjes èn eerlijk keer op keer, hetzelfde, antwoord. Dat laatste leek me wel handig en ik had goed geluisterd naar de andere meneer ‘dat het geen tijd voor grapjes was’. Waar een gedegen opvoeding al niet van pas kan komen. Dank! heit en mem. Overigens werd ik wel behandeld met handschoentjes, dan wel geen fluwelen, maar blauwe plastieken.

Vanaf het moment dat ik zelf mijn backpack, waar ik een week voor nodig had gehad om alles ook maar nèt in te passen, over de kop mocht kieperen, heb ik mijn mening over de “vriendelijke Ozzies” bij moeten stellen. En toen de heren door kregen dat er toch echt een lief, naïef en onschuldig Nederlandertje voor hen stond en er bij mij, als armlastige skileraar, toch niks te halen viel, waren ze zonder ook maar iets te zeggen zo weer verdwenen.. Behulpzame Ozzies? Nou, ook dat echt niet! Ik bleef alleen met mijn backpack en de inhoud ervan in bultjes ernaast in een achterkamertje achter. Gelukkig ben ik ook een -letterlijke- goed doorgewinterde zelfstandige vrouw, dat alles, zonder mokken, maar weer opvouwen, rollen en inpakken dan maar. Ik wist daarna ook geheel zelfstandig een uitgang te vinden. En toen ik door de eerste de beste branddeur die ik kon vinden ergens midden op een willekeurige zijstraat stond, realiseerde ik me dat ik misschien toch nog niet, zowel nationaal als internationaal, bekend genoeg ben voor Bananasplit.
Ik heette mezelf dan maar van harte welkom in Australië en liep in tegenovergestelde richting het vliegveld op om me verder te oriënteren..

Behaalde resultaten uit het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst
Was het vermoeden een jaar geleden in Sydney het bezit van drugs, begonnen dit keer de problemen al bij het inchecken. Ongeldige papieren. Mijn visum, een tweedejaars werkvisum waarvoor je 88 dagen werk op het Australische platteland gedaan moet hebben, en paspoort of de combinatie van beide, bleken niet geldig. Tel die er maar bij: controle nummer 2.
Immigratie in Canberra moest gebeld worden en na ruim een kwartier wachten mocht ik ineens toch door. Toen ik vroeg wat er nou precies aan de hand was en wat ik dit keer in Sydney kon verwachten, kreeg ik als antwoord: ‘I don’t know. You'll see.’ En de volgende passagier werd ingechekt..
Thanks mate! Great! Nou, niet echt dus, maar als jullie het goed vinden, vindt ik dat dan ook maar..


Petra en Michiel waren doorgelopen en stonden ondertussen bijna vooraan bij de douane. Waar schoenen, broekzakken, riemen, jassen en tassen geleegd, uit en af moesten. Ik sloot achteraan één van de meterslange rijen en zag hoe Michiel terug gestuurd werd om zijn camerastatief nog in te checken als bagage. Die had hij strak aan de tas bevestigd, want paste er niet meer bij in, maar: mocht niet!
Na veiligheidscontrole nummer 3 alle drie correct te hebben doorstaan, zijn we een hapje gaan eten. Nog niet eens halverwege onze broodjes, hoorde Michiel dat onze vlucht over 20 min. ging boarden. De broodjes werden snel weggewerkt, waarna we opzoek naar de gate gingen. Nog snel even een flesje drinken kopen en bij de gate werden we verrast door veiligheidscontrole nummer 4 (!!) waarbij alle vloeistoffen ingeleverd mochten worden!! Slechte beurt AirAsiaX. Tussen de vele chagrijnige gezichten die dit opleverde, trof ik Cindy. Een kamergenoot van het hostel in Yogya, die ook mee was op de trip naar de tempels. De wereld is soms zo klein.. En oneerlijk! Maar samen konden we daar nog even lekker over zeuren tijdens het wachten voor het boarden.

Uiteindelijk komt alles altijd goed
‘Tob niet, het komt toch anders’ heb ik jaren geleden als wijze les van heit meegereken. En ondanks dat ik niet eens zeker wist hoe en überhaupt of ik Australië ditmaal binnen zou komen, heb ik tijdens de vlucht niet slecht geslapen. Mede mogelijk gemaakt door de drie stoelen die ik tot mezelf had.
En dan was daar het zenuwslopend moment: immigratie. Een zucht van verlichting! toen ik het geluid van het stempelapparaat hoorde na het overhandigen van mijn paspoort en papieren en kon ik zo doorlopen. Michiel ook. Nu was het Petra die de voorkeursbehandeling kreeg: iets met haar paspoort.
Dit inmiddels behoorlijk lange verhaal kort: uiteindelijk mochten we alle drie Australië in. Jippie!
Petra en Michiel werden door vrienden opgepikt en gingen meteen door naar het skigebied. Ik nam de trein naar centraal station, waar letterlijk om de hoek het hostel zat waar ik de komende dagen nog even verbleef.
En als je dan ein-de-lijk aankomt na een dag en in dit geval een (gebroken) nacht reizen, is het eerste dat je wilt: op een normaal bed liggen en/of slapen. Althans dat is wat ik meestal wil. Overigens mag ik me gelukkig prijzen dat een powernap van 20 minuutjes al wonderen doet. En een lekkere douche maakte het welkom in de nieuwe omgeving helemaal compleet.

Reacties

Reacties

Nathalie

Een hoop gedoe verder maar gelukkig kwam het allemaal goed; welkom in Australië!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active