'On the road again', alhoewel 'home sweet home'
Als het vliegtuig zich door het dikke wolkendek dringt, denk ik even dat
we weer boven Amsterdam hangen bij het zien van het landschap wat onder me tentoon gespreid wordt.
Even later lees ik: ‘Kia Ora! Te Waipounamu’. ‘Welkom op het zuidereiland’ in Maori. Ik kijk op m’n horloge: vier uur in de middag en de schemer valt. Nee, ik sta toch echt -op een bewolkt-
Christchurch Airport.
Sleepy Christchurch
Het mag weer even duren bij de douane en immigratie, omdat m'n paspoort weer eens niet meewerkt. 'Declaration' doorsta ik makkelijker: ik hoef alleen m'n schoenzolen even te laten
checken.
Ik pak vervolgens één van de twee bussen naar het centrum, ga voorin zitten en vraag
de chauffeur te stoppen, ergens, in de buurt van het hostel. Dit is natuurlijk omdat hij dit beter weet als ik. Ik hoef dus niet te vertellen dat er een grote kans bestaat dat door het gehobbel van
de bus (en de opgedane slaapachterstand) ik tegen de tijd dat we er zijn, in slaap gewiegd ben.
Mijn zelfkennis wordt weer eens bevestigd: de eerste tien minuten tuur ik nog door de donkere straten van de stad, de volgende tien is het alleen maar donker..
Bij het ziekenhuis word ik netjes door de chauffeur gewekt en hij wijst me nog de snelste weg naar het hostel waar ik 5 minuten later incheck.
Half tijdsgedesoriënteerd doordat het inmiddels al helemaal donker is, vind ik het
al snel allemaal wel prima. De slaapachterstand begint het volledig over te nemen en ik word -daardoor- emotioneel. Ik geef me er aan over en kruip vroeg onder de wol.
Morgen word ik wakker in Christchurch.
Christchurch is de grootst stad op het zuidereiland.
En verder dan dat was ik eigenlijk ook nog niet gekomen. Ik strik mijn veters en met de vernieuwde energie ga ik de Botanical Gardens, die op 200m van het hostel liggen, eerst maar eens verkennen.
Te voet. En snel. Een half uurtje later ben ik twee keer rond en staat er 5,5 km op de teller.
Ik loop -wandel- even later in de andere richting: naar het stadscentrum om wat praktische zaken te regelen. Het is rustig. Heel rustig. Nu staan we hier op de drempel voor de winter, maar de stad
roept nou ook niet meteen veel gezelligheid en warmte op zich af.
Een slaperig stadje, vrij kil en grijs. Alleen de graffiti en muurschilderingen maken het allemaal nog wat kleurrijk.
In oktober en november van vorig jaar was ik op het noordereiland en reisde ik met Stray:www.straytravel.com.Dit is een hop-on, hop-off busnetwerk door heel Nieuw Zeeland naar de ‘must-do’s’,
maar daarnaast ook een aantal unieke ‘off the beaten track’ stops. De bus driver, die soms net zo uniek zijn als de bestemmingen, is ook je “reisgids”, maar niet een die alle excursies en tours met
je mee gaat. Je hebt de volledige vrijheid om op je eigen tempo te reizen en je eigen ding te doen, terwijl je met een groep reist.
Een perfect commitment als je alleen reist en/of beperkt tijd hebt.
Mijn buspas is nog steeds geldig en ik kan via de website inboeken waar en wanneer ik op- en af wil stappen. De eerst volgende bus vertrekt donderdag vanuit Christchurch en ik boek de twee daarop
volgende dagen ook meteen in.
Dinsdag verken ik nogmaals de Botanical Gardens op m'n
hardloopschoenen en neem dit keer het North Hagley Park mee, wat een rondje van 10km vormt.
Ik bezoek daarna de Art Gallery en het Canterburry Museum, maar ben in beide vrij
snel uitgekeken. Het is overmorgen al dat ik vertrek, maar donderdag lijkt nog even ver weg..
Om logistieke redenen verhuis ik woensdag naar een hostel waar donderdag de pick-up locatie is van de Stray bus.
Hier is ook een zwembad in de buurt. In Japan had ik de slag van het zwemmen te pakken gekregen, waar het wekelijks op de planning stond, maar sindsdien nog niet weer gedaan. Een goed moment om
weer wat baantjes te trekken.
En dan is daar eindelijk donderdag!
Ik heb een onrustige nacht. Niet omdat ik zenuwachtig ben, maar omdat om 3 uur nog
iemand met veel bombarie bij op de kamer komt. Wanneer diegene ook eindelijk horizontaal ligt, begint het hoesten wat overgaat in gesnurk als diegene de rust gevonden heeft. En de mijne inmiddels
bruut verstoord is..
On the road
again..
21 Juni, het officiële begin van de winter.
Het is nog donker. Fris. Erg fris. De tijd zegt half 8. Ik stap aan boord, driver
‘Leftie’ start de motor van de Straybus en we rijden de dikke mist in. ‘We’ omvat momenteel een groep van 8 personen.
De dag/reis begint meteen met een half uur voor op schema, omdat niemand opgepikt of afgezet hoeft bij de airport.
De koers ligt noordwaarts en we rijden al snel over kronkelende weggetjes tussen
heuvels met piekende en ronde bergtoppen op de achtergrond. Door kleine en grotere dorpjes. Bosrijke gebieden en langs boerderijen met velden vol schapen en schapen en schapen en koeien.
Overkruisen stroompjes en rivieren. Ik zie weer alle tinten groen en blauw en geel, want inmiddels schijnt het zonnetje.
Ik krijg het ‘same same, but different’ gevoel. Een soort van vertrouwd, herkenbaar
van vorig jaar, maar toch anders.
Om 10 uur cruisen we de Kaikoura Peninsula binnen. Door
onze voorsprong pikken we nog een extra ‘viewpoint’ mee die uitzicht geeft vanaf de top van de peninsula over het plaatsje Kaikoura te midden van het helder blauwe water en groene landschap. Welke
over gaat in de donker gekleurde bergen met besneeuwde toppen op de achtergrond, voordat het weer overgaat in het blauw en wit van de lucht met hier een daar wat wolken..
Hierna gaan we naar de ‘Peninsula Seal colony’ waar de zeehonden je over het wandelpad tegemoet rollen. Kaikoura telt naast een ruime 2000 inwoners ook een groot aantal oceaanbewoners; zoals
zeehonden, dolfijnen en walvissen.
(ook) Hier wordt geclaimd dat ze ‘world’s best wildlife viewing’ hebben, het hele jaar door. Dit komt door het unieke verschijnsel dat dicht bij de kust een diepe watergeul loopt, the Hikurangi
Trench. Vroeger was deze plaats de uitvalsbasis voor de walvisvangst. Dat is het eigenlijk nog steeds, maar in plaats van de walvissen letterlijk te vangen, komt men hier nu om een blik van deze
immens grote beesten te vangen. Maar niet alleen walvissen: van de 34 soorten walvissen en dolfijnen die in de wateren rond Nieuw Zeeland zwemmen, zijn er hier rond Kaikoura meer als de helft
gespot. Last minute besluit ik toch nog om de ‘whale watch tour’ te doen (side note: als we niks spotten tijdens de tour krijg je je betaalde bedrag terug)
De commercie en de statistieken hebben hun werk goed gedaan!
Geen refund voor mij want we zien maar liefst drie ‘Sperm whales’. Die in het Nederlands de iets minder spannende naam: potvis draagt. We wachten bij alle drie net zo lang totdat ze weer de oceaan
in duiken, nadat ze aan het wateroppervlak op adem zijn gekomen en voordat ze zich weer voor 45 minuten in de duistere dieptes verschuilen. In de 10 minuutjes dat ze zich laten zien moet ik grote
moeite doen om de achtergrond in de foto’s en video’s zo horizontaal mogelijk te houden. In alle andere minuten doe ik dat voor mijn evenwichtsorgaan.
Naast dat het op zee ruw was, was het er toch ook wel erg fris en warm ik mezelf eerst weer op bij de open haard in het hostel.
En wat anders dan ‘fish and chips’ kan er op het menu voor het avondeten staan als je in een plaats aan de kust verblijft.
Voor de vertrektijd voor vrijdag laat ‘Leftie’ het aan ons over of we om de geplande 8 uur vertrekken of een half uurtje later. Democratisch als we als groepje zijn, besluiten we: kwart over
8.
Om half 9 verlaten we vrijdagochtend Kaikoura.
We rijden verder noordwaarts over –nog steeds- kronkelende weggetjes langs de ruige kust. We rijden van de ene ‘road works’ in de andere. Deze zijn nog een herinnering aan de aardbeving van
november 2016. Met een schaal van 7.8 zorgde deze voor een gigantische land- en zeeverschuiving van enkele meters! Kaikoura is toentertijd daardoor volledig afgesloten geweest van de buitenwereld
en het heeft 2 weken geduurd voordat een noodtoegangsweg vrij gemaakt was en het is nog maar sinds kort dat de hele snelweg van en naar weer heropend is.
Tot zover deze geschiedenis les.
Home sweet home
Via Blenheim bereiken we Picton, vanwaar de veerboot, de Interislander, naar Wellington op het noordereiland gaat. Ik stap van de bus en check in, in het huiselijke, knusse hostel 'the
Villa'.
Ik bewandel later die middag in het nabij gelegen ‘Victoria Domain’ de ‘Bobs Bay
cliff track’ naar ‘Bobs Bay’, een kleine strandje, waar ik nog even geniet van het zonnetje, een boek èn het uitzicht. Ik loop vervolgens nog een stukje door -als het even kan loop ik liever niet
dezelfde weg terug als dat ik ergens heen loop- dit stelt zelden teleur, zo ook ditmaal: ik loop via de ‘Harbour view’ met fabelachtig uitzicht en de ‘Picton to Waikawa track’
terug.
Ik maak optimaal gebruik van de ruime kamer en doe nog een workout om daarna in de
40 graden warme Hot Tub in de tuin te springen. Van daaruit val ik met m’n neus in de boter, die verwerkt is in een apple crumble recept. Deze wordt geserveerd door het huis, met ijs!
Dit klinkt allemaal weer overheerlijk, maar opeens snap ik de betekenis
van 'home sweet home': het is misschien een beetje appels met de figuurlijke peren vergelijken.. Dan wel letterlijk met de rabarber van Pytsje haar 'tuin
van de toekomst'.
Maar crumble is crumble en deze is niets vergeleken bij de heerlijke
zoete en knapperige van haar, thús yn Fryslân.
Reacties
Reacties
Weer een mooi reisverhaal! Je maakt wat mee daar down under, en ik ook hier in Baard. Bedankt!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}