tetontour.reismee.nl

Een geluksdag; in Yogja

Inmiddels hadden we vernomen dat de twee paleizen rond 1 of 2 uur in de middag dicht gingen en daarom gingen Joke, Nick en ik ditmaal ver vóór twaalf uur op pad.
Aangekomen bij de Kraton bleek het paleis alsnog gesloten.. We hebben zeker vijf mensen gevraagd hoe het nou zat met dat paleis en iedereen had een ander verhaal. De waarheid dan maar weer ergens in het midden zoeken? De verhalen van de aangepaste openingstijden in verband met de ramadan en/of een aankomende trouwerij van een sultan of een zoon ervan klonken het meest geloofwaardig. Eén man waarmee we aan de praat raakten, nam ons mee naar het paviljoen waar we, gratis, een kijkje konden nemen en waar de beste man ons in een paar vertrekken rondleidde. Nick was ondertussen verveeld druk in de weer met z’n telefoon en op een open wifi connectie die hij vond, kon hij onze huidige locatie via Google maps opzoeken: bleken we ons gewoon in een hostel/accommodatie met restaurant te bevinden..

Volg je eigen koers
Eenvoudig wimpelden we af met deze man en zijn we verder gaan lopen. En koppig dat we waren -of wellicht omdat we niemand meer vertrouwden- zijn we toch nog naar de watertempel gelopen. En wat bleek: deze was vandaag wel open! En ons geluk kon niet op, want we hoefden niet eens entree te betalen, want het was de week van de trouwerij van de sultan, of een zoon of zoiets.. Maar ergens waren overeenkomsten met de verhalen die wij gehoord hadden en dat gaf de burger weer moed -en vertrouwen.
Daarna heeft Nick een beçak (spreek uit bé-zjak) of terwijl de fietstaxi terug naar het hostel genomen, omdat hij zich niet helemaal lekker voelde. Wederom toevallig liepen Joke en ik daarna tegen de Pasar Ngasem (geen idee hoe je dat laatste uitspreekt) aan. In elk geval: de vogeltjesmarkt. ‘Een kleurrijke en lawaaierige bedoeling met onder andere een mix van exotische vogels als ook kippen en een enorme hoeveelheid duiven. Ook schijnen er reptielen verkocht te worden.’ Ja schijnen ja, want ook bij deze markt waren ze in een vergevorderd stadium van afbreken en met nog een beetje geluk konden we nog net een verse papaja en watermeloen scoren bij één van de fruitstalletjes. Daarna scheidde ook onze paden. Joke wilde nog naar een ander museum en ik moest nog naar het postkantoor.
Terug in hostel vertelde Joke me over het museum en over wajang. Of wayang? Ik vermoed wajang, want bij wayang geeft Word een rode streep onder het woord. Trouwens, bij YogJA, Yogya en Jokja geeft hij alleen maar rode correctiestreepjes.. Maar goed, er bleek die avond een wajangtheatervoorstelling te zijn compleet met gamelanorkest!

Wat voor een voorstelling?
Wajang betekent in het Javaans “schaduw”. Het is dus een schimmenspel -wie heeft dat vroeger niet gedaan?- met leren poppen met beweegbare armen. Dat is althans de originele vorm, want je schijnt ook voorstellingen te hebben met driedimensionale poppen of levensechte, maar zwijgende acteurs. Die laatste vorm heet ‘wajang gedog’, opzich niet echt bijzonder, maar ik denk dat mijn Friese volgers het grappige en vermeldenswaardige er wel van inzien :)
De verhalen die “verteld” worden, zijn gebaseerd op twee grote Indiase heldendichten: Ramayana en Mahabharata. Wie of wat dat ook maar moge zijn.. En ook is deze kunstvorm erfgoed en wel die van het orale en immateriële van de mensheid. (Wisten jullie waarschijnlijk ook niet!? Ik ook niet hoor..)
Goed, wat is een gamelanorkest? Het gamelanorkest begeleid de dalang, de persoon die de poppen bespeelt. Zij zitten beide aan dezelfde kant, de achterkant, van het scherm en tijdens een voorstelling speelt er altijd wel iets of iemand uit het orkest. Het orkest bestaat overigens alleen maar uit bronzen slaginstrumenten, in alle soorten, vormen en maten.
De dalang ging helemaal op in het spel en had alleen oog voor zijn poppen en hield er soms wel drie of vier tegelijk in de lucht. Verder moest iedereen wel erg op elkaar ingespeeld zijn -of ze hadden dit stuk al duizend keer gespeeld- want er was weinig interactie tussen de dalang en de orkestlieden.
Het bijzondere aan deze voorstelling was -en ik weet niet of dit altijd zo is- dat je het van alle kanten kon bekijken. Je kon voor het doek zitten en het verhaal en het schimmenspel volgen. Je kon aan één van de zijkanten zitten, wat het minst boeiend was. En je kon het hele gebeuren vanaf de achterkant bekijken, wat het meest interessant en leukste was. Je zag de dalang druk in de weer met de poppen en overige objecten die deel uitmaakten van dit verhaal en tegelijkertijd zag je het orkest en de orkestlieden, waarvan de één zijn taak iets serieuzer nam als de ander.
Tot zover de cultuurles!

Altijd hetzelfde liedje..
Net toen Joke en ik ons allerlei dingen afvroegen als: zou dit een “echte” baan zijn? of een bijbaantje? of juist vrijwillig? Hoe vaak zouden ze dit stuk spelen of al gespeeld hebben? Waar ging dit stuk überhaupt over? Waarom had de ene helft een donkerblauw, de ander lichtblauw en weer een ander een groen kostuum aan? En waren er echt tien orkestlieden en vier zangeressen nodig? Of waren er normaal elf of twaalf en hadden twee zich vandaag ziek gemeld? Of konden ze geen oppas krijgen? En zou het echt uitmaken op welke “pot” van ‘het bijzondere muziekinstrument waarvan ik de naam nog steeds niet weet’ híj sloeg?

En toen kreeg onze wajangervaring een extra dimensie. Er waren vier van ‘het bijzondere muziekinstrument waarvan ik de naam nog steeds niet weet’, echter werden er maar twee bespeeld. En toen gebeurde het dat de bespeler van één van deze, mij wenkte om naast hem te komen zitten. Oeps! Een gevoel van ‘Serieus! Moet je nou echt net mij hebben!?’ bekroop me en het enigste wat ik me op dat moment nog afvroeg was ‘waar is de nooduitgang!?’. Wederom even een kanttekening voor als je mij nog niet zo goed kent: naast niet zo goed met dieren, ben ik ook niet zo goed met muziek. Het enigste waar ik mezelf op dat gebied goed in vind, is er naar luisteren, maar daar had ik op dit moment niet meer zoveel aan..
Terug in de realiteit zat ik ondertussen te midden van het orkest. En speelde hij (ik noem de bespeler van ‘het bijzondere muziekinstrument waarvan ik de naam nog steeds niet weet’ voor het gemak maar even ‘hij’) weer even zijn riedeltje en maakte mij onderwijl duidelijk dat ik op moest letten. Als het hier bij bleef, zou ik het al een hele bijzondere ervaring gevonden hebben.. Maar daar gingen we weer en nu moest ik één van de (drum)stokken overnemen en hij wees me aan op welke “pot” ik moest slaan en in welk ritme. Het zweet brak me uit bij het uitvoeren van deze verantwoordelijke taak en ik had het dan ook bijna niet meer toen ik de tweede stok in m’n handen geduwd kreeg en hij achter het instrument vandaan schoof en mij -alleen en zelfstandig- achter ‘het bijzondere muziekinstrument waarvan ik de naam nog steeds niet weet’ installeerde. Tijd om bij te komen van deze schrik had ik niet, want we moesten weer spelen. Hoopvol dacht ik nog ‘zo moeilijk kan het toch niet zijn’, maar ik werd hier even goed op mijn nummer gezet, want meer uit als in de maat, sloeg ik net zo driftig als de dalang met zijn poppen tegen het scherm deed, op de potten. Meestal de verkeerde. En keer op keer moest hij me weer de juiste volgorde aanwijzen..
Na nog een aantal rondes en continue persoonlijke begeleiding zat het ritme er uiteindelijk goed in, alleen miste ik de melodie nog..Mijn talenten liggen duidelijk ergens anders!


Eind goed, al goed!
Na afloop zijn we achterop de scooter bij de beveiliger gesprongen die ook richting ons hostel moest. Zie je dat in Nederland al voor je? We lieten ons iets eerder bij het Alun Alun plein afzetten waar we, wederom geheel toevallig getuige waren van nog een bijzonder en lokaal tafereel. Je kon hier een rondje op neonverlichte skelters rijden, in de vorm van een kever auto, versierd met vlinders, Hello Kitty’s en met heuse ingebouwde dvd schermen, dashboardcams en muziekinstallaties. Maar waar we hier eigenlijk voor kwamen was om tussen de twee bomen in het midden van het plein door te lopen. Geblinddoekt. Dat schijnt je geluk te vergroten. En ondanks dat we wat dat betreft niet veel te klagen hadden vandaag, lieten we natuurlijk niets aan het toeval over..

De toerist; in Yogja

Ik raakte in gesprek met de Nederlandse Joke die in het bed naast mij sliep en erg positief over het verblijf was. Now we’re talking, zou ik geschreven hebben als mijn verhalen in het Engels waren!
Zij en nog twee van onze kamer hadden voor de volgende dag al een tour geboekt en als ik mee wilde, kon ik aansluiten. Ze gingen cave tuben en een beetje actie na al dat zitten, daar had ik wel oren naar!

Ik ging vroeg naar bed en een wekker hoefde ik van mezelf niet te zetten, want ik word toch wel vroeg wakker..

Say what?!
Half 12, de volgende ochtend, deed ik m’n ogen weer open!! (kun je van een autoritje waarbij je geen eens tijdszones kruist ook een jetlag krijgen?!)
De kamer was leeg. Joke had me nog geprobeerd te wekken zei ze later, maar No Way! Slaapproblemen komt in mijn woordenboek niet voor! Ik vermoed dat je het matras nog onder me vandaan kan stelen, zonder dat ik iets door zal hebben en helemaal tijdens een nacht als deze..

Nick uit Newcastle was een nieuwe kamergenoot die net had ingecheckt. We raakten aan de praat en voor je het weet bespreek je je verwachtingen, wensen en ideeën over Yogja en maak je gezamenlijke plannen. Zo makkelijk kan het gaan.. Als je de juiste persoon, maar op het juiste moment tegenkomt!

YogJA
Of Yogya of Jokja.. Wie het weet mag het zeggen! Want ik weet nog steeds de juiste spelling niet, maar ga maar verder zoals ik al sinds de afgelopen blogs doe: Yogja.
Ja Yogja, want dat mag je zeggen als je vrienden bent. En dat ben je of word je als je in Yogjakarta bent of bent geweest en dan mag je blijkbaar officieel de verkorte versie gebruiken. Dus bij deze: Yogja.

Laten we beginnen met de cijfertjes: het heeft máár 512.000 inwoners.
Het is dè culturele hoofdstad van Java. En dankzij de steun van de vorsten hebben de Javaanse kunstvormen, zoals het wayangtheater (of is het wajangtheater?) maar daarover later meer, zich in deze regio tot hoog niveau kunnen ontwi kkellen. Naast een cultureel centrum is Yogja ook een universiteitsstad: er zijn er ongeveer dertig (!) En zoveel studenten vragen om een (grote) hoeveelheid bibliotheken en musea, maar natuurlijk ook restaurants, cafés en uitgaansgelegenheden. Een echte studentenstad dus ook. Moge duidelijk zijn dat deze stad een heel andere sfeer uitademt als Jakarta.


..En actie!
In de loop van de middag ben ik maar meteen samen met Nick op pad gegaan om (hopelijk) toch nog wat actie aan deze dag toe te voegen. En na het bekijken van de hoofdzakelijk zwart gedrukte kaart die we van het hostel kregen, hebben we toch nog maar even de plaatselijke Google maps gedownload. Via de gratis wifi. Just in case.. En al vrij snel hebben we er dankbaar gebruik van gemaakt.

Twee bezienswaardigheden welke je gezien moet hebben en welke om de hoek van ons hostel lagen, zijn de Kraton, het paleis van de sultan, en de Taman Sari,het waterpaleis (van de sultan).

De macht van de sultan is overigens tegenwoordig puur symbolisch en de Kraton isniet alleen het paleis, maar een kleine ommuurde stad opzich: er wonen ruim 25.000 mensen. Het is er een doolhof van huizen, steegjes en straatjes compleet met winkels, scholen en moskeeën en de Taman Sari is er ook een onderdeel van. Terug in de tijd is dit waterpaleis gebouwd als amusementpark voor de sultan, zijn harem en familie. Tegenwoordig niet meer in gebruik, in lichtelijk vervallen staat en dus ook een museum/bezienswaardigheid.

Helaas waren beide paleizen ’s middags dicht. We waren te laat!
Toevallig liepen we tijdens het dolen door de steegjes en straatjes tegen een festival aan, waarvan wij dachten dat ze aan het afbreken waren, maar -bleek later- deze werd juist net opgebouwd. Hier waren we dus net te vroeg..

We zijn daarna doorgelopen naar (toeristen) trekpleister nummer drie: Jalan Malioboro. De grootste en bekendste winkelstraat vol met kunst en marktkramen.
In de voor- en zijstraten er naartoe was er allerlei vermaak. Eén van de “attracties” hier was dat je, tegen betaling uiteraard, op de foto kon met levensechte Transformers, Hello Kitty en nog een aantal andere kinderkarakteristieken. Ik had te doen met de personen die zich, in dit klimaat, in zo’n pak gehesen hadden, maar had waarschijnlijk hetzelfde gedaan toen ik zag dat de andere optie was om met een slang om je nek of een uil op je schouder. (Als je me -nog- niet zo goed kent: ik word niet zo enthousiast bij het zien van dieren.. )
Máár de grootste attractie hier: dat waren wij zelf!! Wij hadden geen, warm, kostuum nodig! Wij konden lekker onszelf zijn. En volledig gratis kon je vandaag dus ook met twee blanke westerlingen op de foto.
Ja, ook hier gaat geen dag voorbij dat ik/we niet gefotografeerd worden. Sommigen durven het niet eens te vragen en proberen ons zelfs zo onopvallend mogelijk te fotograferen, dat het juist wèl opvalt! En we werden zelfs gefilmd, dat ik ben er uiteindelijk zelf ook maar bij gaan staan filmen. Daarnaast gebeurde het hier ook regelmatig - wederom zo “onopvallend” mogelijk - dat mannen en vrouwen net iets te dicht langs je liepen en je net even (aan)raken. En dan die triomf op hun gezichten: alsof ze een hoofdprijs gewonnen hadden.

Inmiddels hadden wij ons ook een nieuw doel gesteld: de Pasar Beringharjo. De grote, traditionele markt ergens rondom Malioboro street. We hadden echter nog geen moeite gedaan om te kijken hoe we er het snelst, makkelijkst of überhaupt konden komen en toevallig liepen we ook hier tegenaan. En ondanks dat het nog maar 3 uur was, ging deze markt net dicht en het restaurant op de bovenverdieping, aangeraden door Joke, ook.
Weer te laat..

Plan de campagne
we konden wel concluderen dat we eigenlijk continu een beetje achter de feiten aanliepen.. Terug in het hostel hebben we de strategie daarom aangepast en plannen gemaakt voor de volgende dag met de medereizigers/kamergenoten. En dat resulteerde erin dat we een uurtje later met z’n vijven een auto met chauffeur voor de volgende dag gehuurd hadden.
Met wekker zetten en alles.. De volgende ochtend vroeg op.
Eerst naar de Borobudur.De Borobudur tempelcomplex is één van de meest populaire bezienswaardigheden in Indonesië. De tempel, in de vorm van een soort getrapte piramide met bovenop in een cirkel ronde altaartjes in de vorm van kelken met in het midden één hele grote, is in de 8e eeuw gebouwd. Meerdere malen vernietigd door natuurlijk geweld,met name door de twee nog actieve vulkanen en twee rivieren waar tussen de tempel zich bevind, maar ook net zo vaak is het complex weer herbouwd. Het is het grootste Boeddhistische gebouw en heeft de status van UNESCO Werelderfgoed.

Na een poosje wikken en wegen en onderhandelen, hebben we toch maar een gids in de arm genomen en zijn we anderhalf uur door hem rondgeleid. Achteraf ontzettend blij dat we de gids mee hadden, want je komt zo veel extra te weten over dit immense en indrukwekkende bouwwerk met opvallend veel aandacht voor detail. Informatie die ik je natuurlijk niet allemaal navertellen kan ;)
Na een kleine lunch aan de voet van de tempel zijn we weer in de auto gestapt en vielen er onderweg naar de volgende bezienswaardigheid een aantal dikke hoosbuien op ons dak. Toen we bij de volgende tempel, de Prambanan, aankwamen was het gelukkig droog.

De Prambanan is ook een enorm tempelcomplex. Magisch en mysterieus. Ik kreeg een déjavù naar een paar jaar geleden toen ik in Cambodja voor de Angkor Wat tempels stond. En ook de Prambanan is UNESCO Werelderfgoed, echter is dit een tempel voor de Hindoes. Door de meest recente aardbeving van 2006 is ook hier veel schade ontstaan, welke nog steeds hier en daar zichtbaar is en experts zijn nog steeds druk met de restauratie. Het is ook flink stapelen, want de grootste tempel is 47 meter hoog.
Het complete complex blijkt naast de drie hoofdtempels, nog diverse andere candi's, kleinere tempels, te bevatten. Welke ik helemaal gemist heb, omdat het al vrij snel tijdens ons bezoek weer flink begon te regenen en ik drukker bezig was een schuilplaats te zoeken dan te genieten van de omgeving. Ik moet ook eerlijk toegeven dat in deze weersomstandigheden deze bezienswaardigheid meer op een troosteloze stapel stenen lijkt en dit wordt bevestigd als ik de gemaakte foto’s terugkijk.. Ook hiervoor zal ik Google nog maar eens moeten raadplegen voor de indrukwekkende foto’s!

Een wereldreis; van Jakarta naar Yogjakarta

Onderweg naar het hostel sloeg ik nog wat snacks in voor de, nog, langere zit die nog komen ging. Het taxiavontuur was als een soort van generale repetitie geweest. Alleen dat wist ik toen nog niet..

Busje komt zo..
Ik droogde de laatste (angst)zweetdruppels af en friste me nog even op.
Het was iets voor vijven en “De bus kan elk moment komen” zegt Steve van de receptie van het hostel. Om half 6 komt hij over een half uurtje, “De bus heeft iets vertraging, want het is bad traffic.”
Geen probleem! Kan ik nog even rustig op adem komen en inmiddels ben ik leuk in gesprek met Patrick uit Utrecht die voor het eerst sinds eergisteren buiten Europa is. Hij is vandaag en gisteren ook alleen op pad geweest en ik denk, bij het aanhoren van zijn avonturen, aan één van mijn favoriete quotes: ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’. Echter in ons geval: alleen zijn we beide niet echt opgeschoten in Jakarta, samen hadden we zeker verder gekomen!
Waarom tref ik hem nu, nu ik op het punt sta te vertrekken..?
‘Timing is a bitch and that’s a story of my life..’

Om kwart over zeven is daar dan eindelijk de shuttlebus. Ik neem afscheid van Steve, Patrick en de Spaanse Carmen die morgen ook naar Yogjakarta vertrekt, maar dan op de fiets! Dacht ik dat ik badass was; je hebt altijd baas boven baas!
Ik stap in, in het twaalfpersoons busje. Drie stoelen zijn al bezet en we hebben twee chauffeurs. De airco staat aan en we rijden met de ramen open.. Heel zinvol!
Buiten is het al donker en we staan dik in de file. Het enige wat ik zie als ik naar buiten kijk is koplampen, achterlichten en de verlichting van de gebouwen.. Ik besluit maar om te gaan slapen. Dat wordt uiteindelijk wat dommelen, want om de zoveel tijd stoppen we om andere passagiers op te pikken. Dik drie uur later, om half elf, laten we Jakarta -nog steeds stapvoets rijdend- langzaam achter ons. ‘Dit kan wel eens een lange rit worden’ weet mijn intuïtie me op dat moment te vertellen.
Nu heb ik nooit problemen gehad met slapen onder minder comfortabele omstandigheden dus in dat opzicht ben ik geknipt voor dit bestaan en deze manier van reizen. Daarnaast heb ik ook nog eens het geluk dat de stoel naast me lang leeg blijft, wat het leven op dat moment nog nèt even wat leuker maakt. Hier kon ik wel aan wennen!
Rond middernacht word ik weer eens wakker. Het busje staat met draaiende motor aan de kant van de weg en chauffeur en bijrijder zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ik heb, voor de tweede keer deze dag, geen idee waar ik ben, maar heb er dit keer alle vertrouwen in!
Dik een kwartier later komt passagier nummer tien de stoel naast me bezetten. We rijden weer en ik sluit mijn ogen maar weer..

We zijn er bijna, we zijn er bijna..
Rond 2.15u. stoppen we bij een tankstation/parkeerplaats en probeer ik een antwoord op de vraag: ‘hoever zijn we op de route?’ te krijgen. Noch chauffeur, bijrijder als twee Indonesische medepassagiers snappen de vraag. Het gesprek blijft bij ‘what is your name?’ en ‘where are you from?’.
Mijn verkoudheid die ik als aandenken mee uit Nederland genomen heb, is inmiddels goed op de terugweg. De zakjes vloeibare natuurlijke Indonesische medicatie hier en daar ondersteunt door wat westerse synthetische pillen heeft letterlijk flink wat los gemaakt. Echter bij bet betreden van de openbare toiletten in ‘Joost mag weten waar ik momenteel ben’ wenste ik toch weer even een flink verstopte neus. Een echt oosters toilet zal nooit wennen!
Hoe kon het ook anders of de plaatselijke kiosk- en standhouders, die nog volop in bedrijf waren op dit tijdstip moesten van de gelegenheid gebruik maken en na de zoveelste fotoshoot namen we weer plaats in het busje.
We reden op een goed geasfalteerde snelweg, wat ik ook wel anders meegemaakt heb in andere Aziatische landen, in een soort van snelrijdende file. Ik wilde van de gelegenheid gebruik maken dat ik in een wakkere toestand was en probeerde wat van de omgeving mee te krijgen.. Kansloos! Want het was nog steeds pikkedonker.
Ik baal, want ik had me zo verheugd op de sightseeing tijdens de rit Jakarta naar Yogjakarta.
Er zat niks anders op dan maar weer slapen..
Ik schrik wakker, door m’n buurjongen die voor de derde keer wakker schrikt, omdat hij weer op mijn schouder in slaap gevallen is..

Ik draai wat heen en weer op mijn stoel en kom er achter dat deze ook een ligstand heeft. ‘Hé, da’s handig!’ Dankbaar maak ik gebruik van dit comfort.
De volgende keer dat ik mijn ogen open, omdat ik merk dat we stilstaan, vullen mijn ogen zich met blauw en rode lichtflitsen van de zwaailichten van de politiewagen die voor ons busje staat..
Wat nooou weer?!
Niets ernstigs! Een doorsnee controle.
Het begint inmiddels licht te worden en ik zit aan het raam geplakt! Want overal waar ik kijk: adembenemende uitzichten over de sawah’s met op de achtergrond vulkanen en op dat moment eentje letterlijk voor mijn neus!

..Maar nog niet helemaal
Een paar uur later, de ramen van het busje zijn inmiddels allemaal dicht en het was aangenaam koel. De zon begint de dag meer en meer op te warmen en tegelijkertijd wordt het ook warmer en benauwder in het busje. We maken we nog een stop. Een technische stop. De airco blijkt niet meer te werken!
Het is nog maar ochtend.. Geen verkoelende airco meer.. ‘Zijn we er bijna?’
Mijn overlevingsinstinct komt weer naar boven en ik vraag meerdere mensen hoe lang het nog naar Yogjakarta is en ik krijg geruststellende antwoorden van ‘we zijn er bijna’, ‘nog een paar uurtjes’ tot aan verontrustende ‘we zijn nu bijna halverwege’.
Mijn hemel! Laat ik hopen dat de waarheid ergens in het midden ligt!
We rijden weer, zonder airco met de ramen weer open en ik voel dat er iets vaker een gat in de weg zit, waardoor slapen geen optie meer is..
Maar ik krijg mijn portie rijstvelden, tempels, vulkanen, bananenbomen, Javaanse dorpjes en overig Indonesisch binnenland!

De eerste passagiers stappen uit, er ontstaat letterlijk weer ruimte en alles wordt weer wat comfortabeler. De eindbestemming komt in zicht, maar het is nog veel te vroeg om te juichen, blijkt achteraf..
Uiteindelijk heb ik nog dik 3 uur in het busje gezeten. Ondanks mijn gedownloade Google maps en screenshot van waar mijn geboekte hostel zich bevond (dat leek me namelijk wel handig na de afgelopen avonturen) trof ik wéér een chauffeur die mijn eindbestemming niet kon vinden. Hieruit kan ik alleen maar concluderen dat Javanen gewoon geen kaart kunnen lezen.

Na bijna een volledige dag onderweg te zijn geweest, was ik op mijn volgende bestemming.
Ik stond middenin een tuin, bij de receptie van mijn nieuwe onderkomen, in Yogjakarta.
Groen! Natuur! Iets waar ik blij van wordt, na (te) veel stad.


Het moment van de waarheid
Ik was dit keer van mijn strategie afgeweken betreft het vastleggen van onderkomen en had in plaats van eerst maar één of twee nachten boeken, meteen maar voor de volledige duur van mijn verblijf in Yogjakarta geboekt.. Poeh, wat een lef!
‘Je laten verrassen. Voor even alle mogelijke risico’s te vergeten en zien wat er op je pad komt..’ of zoiets moet ik gedacht hebben. ;)
Ach, fout kan het eigenlijk niet gaan, hooguit anders dan verwacht..

Mijn backpack wordt naar de 8 persoonskamer gedragen met momenteel maar 4 bedden bezet. Dit begon al goed!
Ik heb mijn twijfels als ik de badkamer inspecteer, maar daar kan ik pas eerlijk over oordelen als ik hem gebruikt heb. Terug bij m’n bed en backpack word ik begroet door een kakkerlak.. Ja! Dit begon zeker goed!
De kakkerlak had ik in één handige beweging omgelegd en mocht je ook ooit oog in oog hebben gestaan met zo’n insect dan weet je dat is best een prestatie! Weer een zorg minder.
En na een heerlijke douche, leek het toch allemaal zo slecht nog niet..

Ik doe ook maar wat; in Jakarta

Voordat ik verder ga, laat ik eerst nog even mijn originele reisplanning met jullie delen:
Vanuit Jakarta wilde ik over land met de trein, door de Javaanse sawah’s, met uitzichten op de vulkanen en tempelcomplexen, verder reizen via Yogjakarta naar het naastgelegen eiland: Bali. Hier was ik in januari ook al 10 dagen geweest en het liefst wilde ik deze keer een aantal dagen in het nog niet bezochte Ubud doorbrengen. Daarna had ik vanuit Denpasar toegang tot een vlucht naar Sydney.

Volg je hart, want die klopt
Het treinkaartje naar Yogjakarta zou ik in Jakarta regelen. “Dat kan ter plekke, een dag van tevoren, nog wel!” had ik hier en daar gelezen en dit werd bevestigd door bevriende ervaringsdeskundigen.
Soms best wel eens lekker om het avontuur “gewoon” op je af te laten komen. Vrijheid in de vrijheid. Niet alles te plannen of al gepland hebben, maar je te laten verrassen. Voor even alle mogelijke risico’s te vergeten en zien wat er op je pad komt. Los laten en volledig je intuïtie volgen en achteraf zien waar de omstandigheden je zullen brengen of gebracht hebben..

adventure starts where plans end and that’s where best things happen: in the unexpected!

Hier kom ik later in deze blog op terug..
Moge inmiddels duidelijk zijn dat ik deze reis niet tot in de puntjes voorbereid had en volledig onafhankelijk van Lonely Planet of andere reisgids op pad was. En voor degene die nog wel vertrouwen in mij heeft en er nog heilig van overtuigd is dat ik toch altijd wel goed voorbereid ben: het aankomende weekend bleek de start van de schoolvakanties op Java te zijn èn het begin van de Ramadan. Wist ik dus beide niet!
Treinkaartjes voor mijn geplande vertrekdag vanuit Jakarta, zaterdag, waren allemaal uitverkocht.. De eerst volgende mogelijkheid was maandag, in de economy class. Naast dat dit een te grote aanslag op mijn planning was, was dit ook het kaartje wat de locals boeken. En als de baliemedewerker van de Javaanse treinmaatschappij je dan aanraadt dit, als backpacker met heel je hebben en houden (wat eigenlijk verhoudingsgewijs voor ons westerlingen niet veel is) voor een 7 à 8 uur durende treinreis níet te doen in termen van ‘comfort and safety’dan volg je deze raad op en moet je op zoek naar een alternatief.

Uitdagingen
Voor de terugweg naar mijn hostel, ik bevond me nog rond Merdeka, besloot ik -minder eigenwijs- een ‘Go Jek’, een motorbiketaxi, te nemen. Ondanks dat we middenin de avondspits zaten, heeft de chauffeur geen één keer voet aan de grond gezet en we zaten dan ook ver boven de gemiddeld haalbare snelheid.
Via het hostel kon ik een shuttle bus naar Yogjakarta regelen die de volgende avond vertrok.
Mooi, ook weer geregeld! Ik kon met een gerust hart slapen gaan!
In het hostel was ik ondertussen een persoonlijk record aan het verbreken, want voor het eerst in mijn reiscarrière deelde ik een kamer met ruim 15 anderen. Ik sliep op een -niet volledig volgeboekte- 20 persoonskamer. Dat klinkt veel en dat is ook veel!! Maar doordat ieder bed hier aan alle kanten afgeschermd was met schotjes en “afgesloten” kon worden met een gordijn, heb ik nog nooit zoveel privacy in een dormroom ervaren.
Na het ontwaken de volgende morgen heb ik alles weer in m’n backpack gepropt. En jeminee, wat heb je eigenlijk weinig nodig met dit klimaat. Liep ik daar met m’n volledige wintergarderobe inclusief skischoenen! Afin, hier hadden we het al over gehad..

Koud twee dagen onderweg en het was de hoogste tijd om de reisplanning onder de loep te nemen en aan te passen.
Eerst onderdak voor de volgende bestemming, Yogjakarta, vastleggen. En dit doen we tegenwoordig via een virtuele brochure: waarbij je afgaat op de mooiste plaatjes, goedkoopste prijs, gunstigste ligging en beste recensies.
Maakt ook meteen weer duidelijk hoe verwend en makkelijk het tegenwoordig voor ons, wereldreizigers, het is gemaakt. Iedereen kan het. Ja, ook jij!! (Hé, waar heb ik dit eerder gelezen..?)

Na wat swipen en één druk op de knop was ook dat geregeld. Volledig afhankelijk en doodeng. Ja, je moet een behoorlijke portie moed bezitten als reiziger, want het is maar te hopen dat het beloofde waargemaakt wordt.. Maar dat voor latere zorg.
Vervolgens ging ik op jacht naar een vliegticket. Gezien de omstandigheden en de tijdsplanning leek het mij beter en bovenal wijzer om van Yokjakarta naar Denpasar te vliegen.
Een gunstig èn goedkoop vliegticket was zo gevonden, echter wel met een bagagelimiet van 20kg. Twee dagen eerder had ik op Schiphol nog 21.1kg staan inchecken.. 1,1kg overbagage. Dat klinkt alsof het niks is, maar in de wereld van het vliegverkeer zijn ze meestal onverbiddelijk. Ik had een aantal opties: de gok wagen dat ze het door de vingers zullen zien en/of een boete riskeren. Òf, bedacht ik me, toen ik visueel door de inhoud van mijn backpack ging, op skischoenen het vliegtuig in! Ook hier moest ik weer aanspraak maken op mijn moedigheid. Sowieso zou ik wéér overdressed het vliegtuig in moeten en ik zie je nu al uitkijken naar de blog waarin ik de uiteindelijke oplossing, van mijn huidige levensprobleem, deel. Voor nu
was dit-wederom- voor latere zorg.


Goed! De planning aangepast, de administratie bijgewerkt, hoogste tijd om te gaan doen waarvoor ik hier kwam: ontdekken en avonturen.
Bij het boeken van de shuttlebus werd me verteld dat deze mij om 6 uur bij het hostel op zou pikken, dit had ik vanochtend nog even nagevraagd en nu werd er gezegd: “om 5 of 6 uur”. Even later meldde een andere medewerker mij: "ergens tussen 5 en 7 uur komt de shuttlebus naar Yogjakarta hier.” 'Laat ik er maar voor zorgen dat ik om 5 uur terug ben bij het hoste
l' sprak ik met mezelf af.Het was inmiddels alweer na het middaguur, op het heetst van de dag, maar ik had dus nog een paar uur. Ik kon natuurlijk nog naar het museum gaan waar ik de dag ervoor geen tijd meer voor had en naar het uitkijkpunt in de Monas, maar dat ging tegen mijn principes in, om in zo’n grote stad weer naar dezelfde plekken te gaan waar ik een dag eerder al was geweest.

Ik koos er voor om het noordelijke deel van Jakarta te ontdekken en de Sunda Kelapa haven te bezoeken -ook een aanrader van Google-. Ongeveer een kilometer ten noorden van Kota, waar ik gister was geweest. ‘Eén van de oudste plekken van Jakarta en de laatste honderd jaar nauwelijks veranderd.’ Interessant! ‘Hier schijnen de zeilschepen nog steeds met de hand gelost te worden en bevinden zich ook nog verschillende historische gebouwen, waaronder nog oude VOC pakhuizen. Je kunt er de oude uitkijktoren beklimmen voor mooie uitzichten, het maritiem museum Bahari bezoeken of je ogen uitkijken op de kleurrijke Pasar Ikan;de vismarkt.’ Dat klonk als een perfecte invulling voor mijn laatste middag in Jakarta!

Een goede voorbereiding is het halve werk
Nog even snel de route in m’n geheugen geprent, want een duidelijke kaart van dit gebied kon ik niet vinden en wat is nou een kilometer?
Dapper begon ik te lopen.. Met mijn wandeling van gister, van Kota naar Merdeka, als referentie zou dit wandelingetje een eitje zijn. Qua afstand en qua tijd..
Het eerste deel ging door bekend terrein: de wijk Kota. Honderden glimlachen hadden me inmiddels alweer begroet. Onzekere 'helloooo's' en de iets brutalere, meestal van de grootste lefgozer als je een groepje jongens/mannen passeert: 'beautiful', waarna er zenuwachtig gegiecheld werd. Keer op keer dezelfde vragen, soms zelfs in het Nederlands, door willekeurige Javanen die even met je oplopen of kinderen die hun kunde van de Engelse taal met je willen delen.En wederom de fotomomentjes.
Na bijna een uurtje lopen en al drie keer van mijn ingestudeerde route te hebben moeten afwijken (ik liep dus inmiddels 100% op gevoel) stond ik op een kruispunt en letterlijk VAST. Als Frogger, van dat spelletje van vroeger, maar dan zonder levens.
‘Oké Tet, geef maar op. Wees verstandig -of dit ook daadwerkelijk verstandig was, zal later blijken..- en neem voor dit laatste stukje een taxi’. Ik had dit nog maar net gedacht en daar kwam al een taxi zich melden.

'Harbor?' vraag ik de chauffeur 'I want to go to Sunda Kelapa'
‘Yes yes..’
Ik stap in en meneer begint in volledig Indoeen verhaal tegen me af te steken..
'Aha.. no english' mompel ik.
Hij wist me al wel IDR 5.000 te ontfutselen en vervolgens rijden we het hele end wat ik net had gelopen in tegengestelde richting terug. Dit begon al goed..
Met handen en voeten en loze kreten over en weer proberen we iets wat communicatie moet heten. Ondertussen rijden we maar door en voor mijn gevoel moeten we nu toch wel bijna eens bij die haven zijn. Alleen alles behalve water wat ik zie, laat staan een haven en ik krijg sterk het idee dat we ook verre van in de buurt zitten. Ik begin in mijn beste hints: water uit te beelden. Alle mogelijke synoniemen voor haven te bedenken in alle talen en dialecten die ik ken of meen te kennen. ‘H-A-R-B-O-R’ spel ik, ‘SUN-DA KE-LA-PA’ alsof ik het tegen een doofstomme heb.. Om uiteindelijk mijn eigen vraag 'Do you understand me?' In dezelfde adem te beantwoorden met 'No, you dont..'
Zucht!
In gedachten zie ik mezelf een dikke streep door Sunda Kelapa haven zetten, ‘die ga je vandaag niet meer zien, Tet’.
Ondertussen zie ik de omgeving waar we rijden op z’n minst positief veranderen, tussen de vervuilde kanalen en steeds kleiner wordende panden die je inmiddels ook wel mag bestempellen als krotten, voel ik me -weer- meer een beroemdheid of bezienswaardigheid die rondgereden wordt. En het is ook zeker niet onopvallend meer dat de chauffeur dankbaar gebruik maakt van die situatie. Letterlijk midden op een kruispunt parkeert hij zijn auto en toeterend probeert hij de aandacht te trekken van iedereen die het wil zien en/of horen dat hij de gelukkige is waarbij ik in de taxi stapte.
In de krottenjungle van Jakarta voelt het alsof ik dit keer in de realityserie 'Ik ben een ster, Haal me hier uit!' zit. Ik voel me allerminst “koningin van de jungle”, maar de gedachte aan Jan Kooijman doet me daarentegen wel weer goed :)


Het voelt behoorlijk realistisch als ik naar mijn flesje water kijk waarvan de bodem inmiddels in zicht begint te komen. Letterlijk en figuurlijk probeer ik mijn hoofd koel te houden. En ik moet bluffen dat ik alles onder controle heb. Lichtelijk geïrriteerd zeg ik vriendelijk, doch dringend: 'go back!' Waarop de chauffeur mij duidelijk maakt dat ik twee keer IDR 50.000 moet betalen.
'O no. NO WAY!' antwoord ik standvastig en deze woordjes Engels begrijpt hij maar al te goed. Mijn lichaamstaal zei misschien inmiddels ook al wel genoeg.. of was dat mijn overlevingsinstinct die automatisch in werking was gegaan? Ik overweeg zelfs uit te stappen, echter het probleem is, ik heb echt geen idee meer waar ik ben en in wat voor buurt ik me op het moment begeef en ik zie ook weinig tot geen vervoersopties of taxi’s in tegenovergestelde richting rijden. Helder nadenken kon ik nog wel, realiseer ik me.
‘Rustig blijven, uiteindelijk komt alles wel goed!’ vertel ik mezelf nog maar eens.
En zo waar! Ik kon een aantal dingen uit mijn omgeving gebruiken als referentie en oriëntatiepunt, met als beste hint de richting en hoogte van een landend vliegtuig. (Tet's survival handboek 'Hoe overleef ik de grote boze stad' komt binnenkort uit ;))

Mocht je inmiddels je hart in je keel voelen bonzen? En de spanning niet meer aan kunnen? Een kleine gerust steller: ik zat tijdens deze rit niet continu alleen in de taxi! Gedurende de hele route stapten er voortdurend passagiers in en uit. Overduidelijk was wel dat ik het gesprek van de dag was. Niet dat ik dat woordelijk begreep, maar dat voel je (iets met sterk ontwikkelde intuïtie..)

Eind goed, al goed
Na zo’n anderhalf uur, vanuit mijn oogpunt, compleet verkeerd te hebben gereden, leek het erop dat we terug reden. Ik zat weer ietsje relaxter op m’n stoel'

‘Wat nou weer!?’ zul je denken.

Nou: het verkeer in deze richting, de stad in, stond ontzettend vast! De avondspits was inmiddels begonnen..
Nog steeds vriendelijk, maar iets dringender dit keer probeerde ik de chauffeur duidelijk te maken dat hij op moest schieten! Mijn loyaliteitsgrens was inmiddels flink overschreden en ik denk dat chauffeur dit goed aanvoelde. Hij probeerde me een sigaret aan te bieden, daarna bood hij me één of ander gefrituurde snack aan en vervolgens nog een soort van milkshake. Nadat ik ook voor die laatsten bedankte, niet omdat ik geen trek of dorst had, maar vanuit hygiënisch oogpunt, was de hint duidelijk. De rest van de rit was een stille tocht -die ik gelukkig navertellen kan-. Langzaam maar zeker kwamen we weer op -voor mij- bekend terrein en toen ik letterlijk het blokje weer om was, ben ik uitgestapt waar ik een paar uren eerder ook was ingestapt.

Vanaf hier wist ik de weg terug naar het hostel wel weer. Met grote opluchting klapte ik het portier dicht en meteen wist ik dit avontuur alweer te relativeren: weer iemand de dag van zijn leven kunnen bezorgen en ik hadvoor € 0,35 een stukje sightseeing waarover je niet snel in een reisgids zult lezen.
De zintuigen staan weer op scherp, we zijn weer een verhaal rijker en ach die Sunda Kelapa Harbor zoeken we nog wel eens op op Google..

Jakarta; Wat deed ik hier

Mijn spijkerbroek, 3 lagen aan shirtjes en vesten, wollen sokken en sjaal waren de perfecte outfit voor tijdens een 12 uur durende vlucht, maar niet echt voor het tropisch regenwoudklimaat waar ik momenteel middenin stond. En met voornamelijk thermoshirts, en - leggings, truien, handschoenen en mutsen in m’n rugzak, voelde ik me dan ook ietwat ‘overdressed’.
Dat gevoel dat je, na met alle zorg je kleding te hebben uitgekozen voor dat ene feestje erachter komt dat je toch de verkeerde outfit draagt…
Hoe haalde ik het ook (weer) in m’n hoofd! Hoezo dacht ik dat dit leuk zou zijn? Waarom wilde ik dit ook alweer? En vervolgens bedenk ik me of ik nou in het vervolg beter geen tropische tussenstop vóór een nieuw winterseizoen moet plannen ÒF beter geen winterseizoen meer de zomer moet laten doorbreken..?

Laten we eerst even inzoomen
Ik bevond me in de hoofdstad van één van de 17.508 eilanden van Indonesië. Nee, daar zit geen typfout in, daar staat echt zeventienduizend vijfhonderd en acht!
Ja, Java!
Ja, Jakarta!
Jakarta ligt aan de westzijde van Java en is met zo’n 10 miljoen inwoners de grootste en meest dichtbevolkte stad van Indonesië.
Tien miljoen!! Voor de beeldvorming: Da's de helft van de Nederlandse bevolking plus “een beetje” meer. Op een oppervlakte zo groot als twee keer gemeente Amsterdam of Texel..
Jakarta staat vol met enorme shopping malls en ik ben er in geen één van de ruim 100 geweest. Daarnaast heeft het een paar grote parken, diverse musea en eigenlijk verder niet veel meer.. Ja, smog en hectiek! Met name veroorzaakt door de (geschatte) 18 miljoen gemotoriseerde voertuigen. Achtien miljoen!! Dat is dus de HELE Nederlandse bevolking plus “een beetje” meer.

Dat je het verder maar even weet:
… Indonesië valt in verschillende tijdzones
… Indonesië heeft nog ongeveer 129 actieve vulkanen
… Voetbal en badminton zij de belangrijkste sporten in Indonesië
… De rijsttafel is in Indonesië geïntroduceerd door Nederlanders (Die wist je vast niet!?! Ik ook niet hoor ;) )
… En de g
emiddeld haalbare snelheid in het verkeer is 8 km per uur

It’s all about the money
Met 18 miljoen voertuigen en 10 miljoen inwoners moest het niet een al te grote opgave zijn om van vliegveld naar hostel te komen. Maar om dit transport te kunnen financieren had ik geld nodig. Eerst maar even polsen hoeveel zo’n ritje gaat kosten. De eerste de beste taxichauffeur die ik vroeg, strak in het pak, een volledig opgepoetste glimmende auto met leren stoelen en een carrier die mijn backpack al bijna van mijn rug haalde, noemde het bedrag van IRP 250.000. Een stemmetje in mijn hoofd zei: meer dan de helft gaan we hiervoor dus niet betalen en hardop zei ik dat ik eerst nog moest pinnen.

En zo’n eerste keer bij een nieuwe pinautomaat is.. als een eerste keer: onwennig, onhandig en zenuwslopend!
Vijf pinautomaten op een rij, waarbij er twee gebruikt werden en waarvoor één een rij stond. In het algemeen en in de hoop dat er op z’n minst waarschijnlijk wel iemand zou antwoorden vroeg ik aan de rij wachtende waarom iedereen voor die specifieke automaat stond. “Omdat deze automaat het hoogst maximale bedrag uitgeeft en voor internationale bankpassen kon ik ook het beste deze automat kiezen” antwoordde een mannenstem. Bedankt! Sluit ik achteraan..
Na een mislukte poging bij deze pinautomaat (zo zie je maar weer dat je niet altijd de kudde moet volgen) had ik gelukkig nog vier kansen. Het leek wel een spelshow! En even later, maar zonder gouden koffertje en geen Linda de Mol, was ik wél in het bezit van een paar miljoen.
Terug bij de taxistandplaats, had ik het systeem door: vooraan stonden de opgepoetste, full-service en dure taxi’s. Hoe verder naar achteren, hoe goedkoper het werd. Ondertussen zat ik op IRP 200.000 en het einde van de rij taxi’s was bijna in zicht.. Ik moest nu bijna wel gaan beslissen..
“IRP 170.000”
“okay, 150.000” zei ik, maar daarop werd niet geantwoord.
Ik nam plaats in de verkoelende auto en liet de chauffeur, die weinig Engels sprak (misschien dat hij daarom niet antwoordde..?) de naam en het adres van de eindbestemming zien.
Snel werd duidelijk dat bij dit ritje geen navigatie inbegrepen was, want de chauffeur heeft zeker vier keer moeten uitstappen en rondvragen waar hij moest zijn. Tussendoor stopte hij bij alles wat op een hotel leek en zei dan: “this is here!”. Half in de slappe lach antwoordde ik keer op keer: “No, my friend, this is not here”. Na flink wat extra minuten en kilometers kon ik zeggen: “Here it is!” om uiteindelijk IRP 100.000 af te rekenen, inclusief fooi.

Alles wat ik (niet) gedaan heb
Ik ga meteen maar met de billen bloot: want jullie dachten natuurlijk allemaal dat ik altijd goed voorbereid ben, maar in werkelijkheid moet ook bij mij alles altijd op het laatste moment (dat zag je net wel bij die taxi..)
En één van de eerste dingen die ik deed was ‘wat te doen in Jakarta’ Googlen. Maakt ook meteen duidelijk hoe verwend en makkelijk het tegenwoordig voor ons, globetrotters/(wereld)reizigers, het is gemaakt. Iedereen kan het. Ja! ook jij!! Maar hierover wellicht later nog eens een blog..

Mijn research bracht me als eerste bij Kota, ook wel bekend als Old Town. Dit is het historische deel van Jakarta, waar de overblijfselen van het vroegere Nederlandse bewind nog redelijk zichtbaar zijn. Letterlijk om de hoek bij mijn hostel was het Taman Fatahillah plein, dit was ooit het centrum van het oude Batavia.
Een autovrij pleintje. AUTO-VRIJ! DE hemel op, dit kleine stukje, aarde!
En even waande ik me gewoon in Nederland, toen ik de gekleurde -paars, roze, oranje, rood, wit en blauw geschilderde- Hollandse omafietsen zag staan. Omdat ik al een foto in mijn collectie heb, van toen ik 6 jaar werd en waarin ik voor een roze fiets poseer, heb ik dit maar overgelaten aan de uitgelaten kinderen en de (echte) toeristen.
Rondom het plein en in de zijstraatjes staan meerdere koloniale gebouwen en musea. Eén daarvan is het oude stadhuis, tegenwoordig het ‘Jakarta National History Museum’ met nog de originele naam ‘Gouverneurshuis’ op de gevel. Het meest zinvolle wat ik hierover kan vertellen is de entreeprijs van IRP (Indonesische rupiah) 5.000. En reken maar even mee: met een wisselkoers van 0,000068 is dat omgerekend zo’n €0,35.

Voor mijn lunch, in café Batavia en onder een portret van koning Willem Alexander, Beatrix en Elizabeth, kon ik kiezen voor een uitsmijter.. Of toch de bitterballen? Besloot ik uiteindelijk voor de poffertjes te gaan! (Ze is zo lekker gewoon gebleven :P)

Ik zette mijn ontdekkingstocht voort in zuidelijke richting. Eigenwijs. Te voet. Want 8 km/u haal ik lopend ook nog wel!
Zo’n 6 kilometer , een uurtje en een paar liter water verder -lopen in deze tropische temperaturen haalt toch het gemiddelde wat omlaag- arriveerde ik bij het onafhankelijkheidsplein: Medan Merdeka of Merdeka Square. Even, héél even, vergeet je dat je, je te midden van vervuilde wateren, hoogbouw en het drukke verkeer begeeft, als je door de toegangshekken van dit “park” stapt. Het grootste plein van Jakarta: met een grootte van ongeveer een vierkante kilometer. In het midden van het plein staat een enorme, 137 meter hoge, marmeren spitse pilaar. De Monas; Monument Nasional. De pilaar is afgetopt met een vlam die is bedekt met 35 kilo aan bladgoud, deze herinnert aan de onafhankelijkheid van Nederland. En weer even voor het visualiseren: stel je een kaarsje in een vierkant kaarsenhoudertje voor, maar je kunt het natuurlijk ook even Googlen ;)
Het monument is open voor publiek en binnenin (in het kaarsenhoudertje) is een museum, met wederom een toegangsprijs van IRP 5.000, het bezoeken waard dus.
Via een lift die je naar de top brengt, heb je een ge-wel-dig- uitzicht over de stad. Klinkt fantastisch, niet!? Ik kan er niet over meepraten.. De wachttijd van bijna 2 uur, was voor deze ongeduldige Nederlander, het wachten op een lift niet waard. Dat geweldige uitzicht Google ik wel even.

‘’Als er één museum is dat je niet moet overslaan in Jakarta, dan is dat het Nationaal Museum van Indonesië’’ las ik ergens tijdens mijn research. En je raad het al! Ook hier ben ik níet geweest! Voornaamste reden hiervoor was: gebrek aan tijd. Ondanks dat ik een paar maanden eerder in dit zelfde land, maar op één van de andere 17.507 eilanden was, was ik toch even vergeten dat alles een stapje (of twee) langzamer gaat. Onder andere door de hitte, het verkeersoponthoud, maar met name door het foto’s maken.
Deze reis is nog maar één dag oud en ik ben al vaker gefotografeerd dan dat ik zelf foto's heb gemaakt. Of heb kunnen maken.. In de Monas bijvoorbeeld was op het moment van mijn bezoek ook een excursie van de plaatselijke basisschool. En als mieren op zoetigheid, kwamen de tientallen schoolkinderen èn leraren en begeleiders op me af alsof ik een bezienswaardigheid van dit museum was.. Er werd zelfs een heuse wachtrij gemaakt!
Dat het zoveel te weeg brengt als je een bleke huid ziet lopen, deels wit uitgeslagen, want ingesmeerd met minimaal factor 50, blond lang haar, maar zo hoog mogelijk bij elkaar gebonden en -alsnog- druipend van het zweet en blauwe ogen waar geen enkel cosmetische aandacht aan besteed is.. En alsof ik de eerste toerist in Jakarta ben!? Het zal wel iets met ‘bewonderen van iets wat je zelf niet hebt’ te maken hebben of de aantrekkingskracht van de ‘natuurlijke look’.
Op mijn vraag “waarom willen jullie met mij op de foto?” (in het Engels uiteraard) werd verlegen gegniffeld en “yes, yes..” geantwoord. Toen ik diezelfde vraag probeerde uit te beelden, werden ze alleen nog maar meer in verlegenheid gebracht.. Tja, alle antwoorden weten in het leven, maakt ook niet gelukkig! Egostrelend is het op z’n minst en wat is er mooier om iemand met zo iets eenvoudigs blij te maken. Mijn tolerantiegrens was ook nog hoog en terwijl er tientallen foto’s werden geschoten, realiseerde ik me ondertussen dat een sterrenstatus of beroemdheid zijn niks voor mij zou zijn! Laat mij maar lekker gewoon blijven..

Faodail; Schots voor 'A Lucky find' ofwel 'een gelukkige vondst'

Onderweg kom je soms van die woorden tegen, die je op de een of andere manier raken.. Dat gebeurde mij dus met 'faodail'. Of zoals in het Engels -ook al zo'n woord naar m'n hart- 'serendipity' (misschien bekend door de gelijknamige film). In het Nederlands: serendipiteit. Ai, iets minder mooi.. En een woord dat we -wellicht daardoor..- niet veel gebruiken. De betekenis is dan wel weer hartverwarmend: het omschrijft een toevallige vondst van iets -moois en goeds- terwijl je er eigenlijk niet naar op zoek was.
En dat is wat er dus een beetje gebeurde met ‘Tetontour’. Tijdens de voorjaarsschoonmaak kwam ik mijn blog weer tegen en daar lag een BEHOORLIJKE laag stof op.

Maar goed nieuws: Ik leef nog!
Nog beter nieuws: Ik reis nog (inmiddels alweer bijna 3 weken onderweg)
En het beste nieuws: Ik ga weer schrijven over mijn belevenissen!!

2/4/2014 was mijn laatste blog en sindsdien heb ik NIET stil gezeten, integendeel. Een beetje egoïstisch ben ik wel geweest en heb dus niet alles meer gedeeld.
Vorig jaar rond deze tijd beloofde ik nog menigeen dat ik weer zou gaan bloggen en welgeteld is er geen één blog verschenen.. Dat was op z’n zachtst gezegd: niet netjes!
De toegankelijkheid van internet, was (verwende westerling dat ik ben) ook niet zoals ik gewend was. Dat mag eigenlijk geen excuus zijn.. Maar daardoor dacht ik dus dat ik het allemaal alleen moest doen EN –misschien nog wel erger- ook alleen wel kon. Typisch iets voor mij: onafhankelijk en zelfstandig dat ik ben, maar daar had ik me een beetje -heel erg- in vergist: dat kon ik NIET!
En dat gaan we dit keer dus anders doen!
Een harde, maar wijze les geleerd en ja, dan begin je dus weer te bloggen, want een blog is zoiets als het tegenovergestelde van alleen doen.

Daarnaast ving ik van verschillende kanten op dat jullie graag met me mee reizen en me ook wel een beetje misten. En ik moet eerlijk toegeven: ik jullie ook!!
Ook is het goed voor het onderhouden van m’n moedertaal. Want, werkelijk, het is soms één grote woordenbrij in m’n hoofd door alle talen en na enige tijd in een bepaald land lijkt het alsof je eigen taal de moeilijkste is. Vergeef me dan ook nu al, dat ik zo nu en dan buitenlandse woorden, termen of zinnen er doorheen gooi, maar soms omschrijft een woord of zin in een andere taal iets gewoon beter. (Net als serendipity ;) )

Waar ik op de meeste vlakken bescheiden ben, al schrijvende ben ik dat nog steeds niet :)

Tussen mijn zintuigen en expressie van mijn waarnemingen zit nog steeds niet een heel groot filter. En ‘what I see, is what you get’ en datzelfde geldt voor alle andere zintuigen en waarschijnlijk zie ik zelfs nog meer.. Ik ben dan ook vertrouwensvol dat jij als bezoeker het nuanceringvermogen zal hebben om de in deze blogs verstrekte informatie op de juiste waarde (in) te schatten. En dat jij, de lezer, respectvol en zorgvuldig met deze informatie omgaat. Echter is er geen enkel recht voorbehouden. En mag alles worden verveelvoudigd, opgeslagen, geciteerd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze. Ondanks dat je voorafgaand geen schriftelijke toestemming van de auteur nodig hebt, zou deze het waarden dat je in dien gevalle bronvermelding toepast. :)


Maar weer even serieus. Ik wil proberen naast amusement ook wat meer educatieve informatie met jullie te delen. Zoals die Engelse woorden en zinnen bijvoorbeeld. Misschien heb je er per ongeluk toevallig nog wat aan ;)

EN laat ook gerust zo nu en dan een (persoonlijk) berichtje of feedback achter. Ik ben namelijk ook heel benieuwd naar jou! Ondanks dat je misschien denkt dat je niks boeiends te vertellen hebt of mee maakt: Het ligt aan MIJ! IK heb een redelijk abnormaal leven ;) Heel bewust en zelf voor gekozen! Maar vaak genoeg vind ik mijn leven en werk ook helemaal niet zo bijzonder of leuk en ‘doe ik ook maar wat’. En misschien was je daar al lang achter.. Maar het is voor mij dan wel een ‘reality check’ dat ik moet blijven waarderen: wat ik doe, zoals ik het doe en dat ik het KAN en MAG doen. Al is dat maar een beetje omrommelen :)
Owh, een ticket boeken naar een volgende reisbestemming waar ik weer over kan bloggen, mag natuurlijk ook ;P

Moge inmiddels duidelijk zijn dat ik alweer heel wat kilometers, en avonturen, verder ben, dus: soon more to come! Ik doe alleen nog even geen beloftes over wanneer en de frequentie van posten.

Liefs Tet


Snak je na deze inleiding al naar meer of ben je gewoon -net als ik- rete nieuwsgierig en wil je me op de voet volgen: houd mijn facebook in de gaten of (mocht je dat nog niet gedaan hebben) voer je e-mailadres in (ergens aan de rechterkant hiernaast..) en word -direct- per mail op de hoogte gehouden van mijn imperfecties!

Update van de afgelopen weken

Recentelijk heb ik alweer twee verhaaltjes geplaatst, maar nog steeds loop ik achter, vandaar nu alweer een update vanuit Oostenrijk.

De vakantie-weken, die achteraf door de gespreide vakantie indeling door heel Europa, niet eens zo heel druk waren, waren weer voorbij en een flink aantal collega’s had Kaprun alweer verlaten. Desondanks werd er deze week toch nog drukte verwacht. Onder andere België, delen van Duitsland en deels Nederland hadden nog vakantie.
Ik had deze week negen kinderen, viel alweer mee dus, en er werd weer een beroep gedaan op mijn talen en communicatietalent. Het was een leuke internationale mengelmoes: de kinderen kwamen uit Nederland, Engeland, Duitsland, België (Franstalige deel natuurlijk), Italië en Polen.
Eén van mijn, onfortuinlijke, jongetjes heeft bijna de hele week met een grote blauwe bult op zijn voorhoofd geskied. De jongste en kleinste van mijn roedel, kreeg een ski tegen zijn voorhoofd. Net onder zijn helm natuurlijk. Op dit voorval na is er deze week verder niks spannends gebeurd tijdens het lesgeven.

Woensdagavond is in Kaprun de Touringski-avond; dat betekend dat de pistemachines de piste deze avond niet prepareren en ‘de baan’ vrij is om nog af te dalen. Tot nu toe heb ik alleen voor Hüttenrally’s gebruik gemaakt van deze gelegenheid. Maar nu, na vier seizoenen, ben ik ook eindelijk de Maiskogel opgetourd.. (bewijsmateriaal en actiefoto’s zijn al op facebook voorbij gekomen..)
Na de werkdag, samen met mijn Estse collega de speciale touringski’s en schoenen gehuurd en ons opgemaakt voor de tocht. Samen met nog een andere collega die dit regelmatig doet, hebben we de ruim 800 hoogtemeters, in een kleine 2uur (wat een normale tijd voor deze afstand is :D) weten te trotseren. Bergopwaarts wandelend op ski’s, kwamen we via de toeristische route door het bos, op de top bij restaurant Glocknerblick aan. Ze hadden me al gewaarschuwd en gezegd droge kleding mee te nemen en dat was ook zeker nodig. Werkelijk, niks was nog droog!! Ondanks dat de temperatuur nog ver onder nul was en we zelfs nog in een sneeuwbui terecht kwamen, heb ik nog nooit zoveel gezweten. Tijdens het lopen had ik daar totaal geen erg in, maar zodra ik stopte voelde ik het (luie) zweet overal stromen!! Na een stevige ‘bite’ in het restaurant hebben we onze touringski’s omgetoverd tot pisteski’s en zijn we via de piste weer afgedaald naar ons startpunt.
Dit kan ik ook weer afstrepen van mijn lijstje:‘Been there, done that’.


Zaterdags was ik de enigste die kwam opdagen voor de training, dit keer wel op de gletsjer gehouden.
En bijna had ik het volgende, wat erg hoog op mijn lijstje staat, af kunnen strepen: Niedernsill (een off-piste afdaling aan de achterkant van de gletsjer). Helaas hadden mijn collega en ik niet de juiste uitrusting (lawinepiepers, schep en zonde) bij ons, om aan deze tocht te beginnen: Safety first!
Heel erg balen, want dit stond hoger op mijn lijstje als het touringskien..
’s Middags kwamen er toch nog een aantal collega’s de training vergezellen en een goeie training en behoorlijke progressie in de moguls (bulten op en voornamelijk naast de skipiste) maakte veel goed.

De week erna, tweede week van maart, is de skischool van het dal naar de gletsjer verhuisd. Erg vroeg dit seizoen, dankzij te veel mooi weer. In het dal was het echt niet meer mogelijk om nog fatsoenlijk les te geven. Ook konden we merken dat het weer laagseizoen was, want qua werk was het een stuk rustiger. Ik was niet ingedeeld bij de groepen, maar heb weer privélessen gegeven. Waarbij ik ook af en toe een ochtend of middag vrij was, net als menig andere leraar en daardoor een aantal keer leuk en bovenal lekker zelf heb kunnen skiën.
Deze week hadden we ook het jaarlijkse teamuitje: ‘abschluss essen’ bij Anita’s, wat weer veel gezelligheid en lekker eten inhield.
De teamspirit hielden we er in en de volgende avond werden we uitgenodigd bij collega’s voor een ‘American style bbq’.

De daarop volgende week had ik weer een kindergroep. Deze week verliep erg rommelig qua hoeveelheid kinderen. Er waren twee die nog een aantal dagen van de vorige week mochten inhalen, omdat ze ziek waren. Vervolgens had ik ook een zieke. Maandag begonnen er nog een aantal nieuwe en dinsdag ook weer. Daarnaast kwam er nog weer iemand een dag niet opdagen en met name bij kinderen is het qua niveau erg snel te merken als iemand een dag mist. Sowieso was het verschil qua niveaus redelijk groot deze week en konden we ze op zes verschillende niveaus indelen, echter waren we, gezien het kleine aantal kinderen, maar met drie leraren. We hebben deze dagen een beetje ‘carpe diem’ gewerkt en aan de hand van de opkomst elke dag de groepen in- en verdeling gemaakt.
Zondag begon ik met twee kinderen en stond er een windkracht van een goeie 80 km/u op de teller. Ik ging ’s middags met ze de blauwe piste op en op bepaalde, open, stukken, moest ik ze goed vasthouden, want ze werden letterlijk omver geblazen. Best wel grappig om te zien en ze vonden het zelf ook wel grappig!
Na de 6-daagse werkweek dachten we vrijdagmiddag eindelijk welverdiend ons weekend in te luiden...: mochten we kinderland in het dal nog afbreken en opruimen. Dat betekende twee uur lang: liftonderdelen, palen, ijzeren borden, stijgers en grote schuimrubberen versiering sjouwen. Toen alles weer in de opslag stond ben ik snel naar huis gegaan en het zweet en de modder afgespoeld. De wandelstappers aangetrokken en een uurtje later stond ik bij de jeugdherberg waar ik de receptioniste van onze skischool ging helpen. We moesten een groep van ruim zeventig internationale studenten tijdens een nachtelijke fakkeltocht door Kaprun en over de omliggende bergen gidsen. Vooral de interessante gesprekken met een aantal van de studenten was erg tof en voor ik het wist waren we alweer terug.
Daarna had ik nog met twee collega’s afgesproken in Pavillon, waar we één drankje zouden doen. Dit zijn er achteraf, zoals wel vaker gebeurd als we dat zeggen, iets meer geworden...

Na drie uurtjes slapen was het weer (de hoogste) tijd om mijn eigen ski outfit aan te trekken: Ik ging wederom trainen. Enkele collega’s zijn eigenaar van de ‘Ski Instruct Academy’ en zij verzorgen voorbereidingstrainingen voor de diverse skilerarenopleidingen. Gezien ik binnenkort aan mijn volgende ski-opleiding wil beginnen, zal er eerst nog wel wat getraind moeten worden.
Aan het einde van de dag moest ik de baas bellen om te horen of het de komende week druk zou worden. Zo niet, dan kon ik de hele volgende week ook nog de training volgen. Gelukkig was dit het geval en werd ik uitgeschreven bij de skischool, want hij verwachte verder ook niet veel werk meer..
Helemaal blij was ik!
Natuurlijk ook omdat heit en mem gearriveerd waren. Nadat ik met hen uiteten was geweest ben ik wederom nog met een collega en een aantal van de trainingsgroep wat gaan drinken in Kaprun. En dit werd de derde avond op rij dat ik ver na middernacht naar huis ging...
Ondanks dat ik eindelijk eens geen wekker hoefde te zetten, ging mijn biologische wekker toch veel te vroeg: een half uur nadat ik normaal op moest staan..Bij het openen van de gordijnen werd ik echter getrakteerd op een heerlijk uitzicht: Het sneeuwde!!! En gezien wat er al lag, had het ook al even gesneeuwd. De slaap maar uit mijn ogen gewreven en een gezellige vrije dag met heit en mem gehad.

Na de rustdag begon op maandag de training weer. Eerste lift omhoog!
Op de Kitzsteinhorn lag een goeie 50 tot 80 cm verse sneeuw op ons te wachten!!! En daar wordt een skileraar heeel blij van. Probeer je dan nu maar in te beelden hoe het eruit ziet als je ruim 30 skileraren bij elkaar hebt.. :D:D
Door het slechte zicht en het lawinegevaar waren ’s ochtends helaas alleen nog de lager gelegen pistes open. Gelukkig konden we later op de dag ook verder de gletsjer op. Het zicht was nog steeds minimaal, maar ondanks dat had ik een ontzettend goede dag en leek het me geen moeite te kosten om me een weg te banen door de kniehoge berg sneeuw.
De daarop volgende dagen heb ik zeker nog een en ander geleerd en mijn techniek nog verder verfijnd. Ik genoot volop van het trainen en het les krijgen en.... Toen ik alweer stond te popellen voor de volgende trainingsdag, ging mijn telefoon: de baas!

En als je vier seizoenen meeloopt, weet je bij het zien van zijn naam op het scherm, al genoeg... Negeren of het smoesje ‘ik had’m niet gehoord of ik heb je oproep gemist’ gaan hier niet op en beter kun je de telefoon ook maar meteen beantwoorden. (kreeg ook meteen een dejavu naar de klantenservice: binnen 3x overgaan opnemen..)
Wat er in die ene seconde, bij het zien van zijn naam, door me heen ging, werd werkelijkheid: de baas had me weer nodig om les te geven!
Maakt niet uit dat je al uitgeschreven bent, je hebt maar te komen,want werken voor de skischool is toch de reden dat je hier bent... Tja, daar heeft’y dan ook nog weer helemaal gelijk in ook..

Waarom ik zo hard nodig was, was voor een groep Nederlandse advocaten.
Samen met een collega zouden we 11 beginners krijgen, dit werden er uiteindelijk 9.
Deze eerste dag hebben we alles nog gezamelijk gedaan omdat alles de eerste uurtjes nog basis is en er nog nauwelijks niveau verschil is.
Nadat we aan het eind van de middag begonnen waren met het maken van bochten, werd het verschil binnen de groep snel duidelijk.
Op basis van wat we eind van deze dag gezien hadden, hebben we de groepsindeling voor de volgende dag gemaakt. Ik zou de vijf betere de berg mee opnemen.
De volgende dag, zaterdag, kwamen er echter maar 2 opdagen. Ze hadden de avond tevoren een groot feest gehad en er bestond een grote kans dat de anderen ook niet meer zouden komen.
Gelukkig nog wel een goede dag gehad, waarbij we de advocaten die toch op waren komen dagen van hun laatste energie hebben ontdaan.
’s Avonds hadden we een afsluitingsfeestje van de training waar ik eigenlijk ook aan deelnam en daarna werden we weer uitgenodigd bij onze collega voor een bbq. Samen met een van mijn collega’s weer terug naar Kaprun gegaan en uiteindelijk op de jaarlijkse Burg-party geeindigd.

Sleur doorbreken

De eerst volgende zondag was het spitsuur in de vroege ochtend in het appartement en was het tijd om afscheid te nemen van Pytsje (en aanhang). Zij ging samen met haar broertje en vriendin op doorreis naar een ander skigebied en vervolgens naar hun jaarlijkse familie-wintersport. Ik moest me daardoor haasten om op tijd voor de baas op Sammelplatz te staan voor zijn dagelijkse ochtendpraatje. En daar heb je maar bij te zijn!
Deze week bestond mijn “vaste” groep uit acht Nederlandse kindertjes met gemiddeld 2 weken ski-ervaring. Zoals gewoonlijk worden de eerste dagen van de week nog verschillende kinderen tussen de diverse groepen gewisseld, doordat de ouders het talent van hun skiënde kroost meestal toch een beetje overschat. ‘Part of our job’ om dit dan weer netjes en beleefd aan de ouders te communiceren. En hoe vriendelijk je het soms ook brengt er zijn altijd ouders die het er niet helemaal (of helemaal niet) mee eens zijn: ,,vorig jaar was hij/zij nog eerste geworden met de skirace’’ ,,hij/zij was echt de beste van de groep vorig jaar’’ etc.. etc.. Ook heb ik dit seizoen steeds vaker Nederlandse ouders gehoord die per sé een Nederlands sprekende leraar voor hun koters willen: ,,.. De skileraar spreekt alleen maar Duits en/of Engels, maar we zijn naar Oostenrijk gekomen, omdat..’’ Uuuhm tja... wil je een Nederlandse leraar, dan moet je les in Nederland nemen ;)

Tijdens de werkbespreking deze week kwam er (eindelijk ;p) nieuws, welke een doorbraak in de routine hier is: vanaf nu beginnen we vanaf dinsdags om 9 uur, ipv 9.30u. met de lessen. Hiermee wil de baas de grote uitstroom richting de Gletsjer voor zijn. De lessen blijven wel gewoon tot half 3 doorgaan. ‘Fair enough’ voor de gasten, maar dit betekend voor ons: èn vroeger uit bed èn langere werkdagen.. Soms moet je er wat voor over hebben! Wanneer je overigens op de Lechnerberg of de Maiskogel skiet mag je al wel, eerder stoppen, dat betekend dat je om 14.00 uur klaar bent.
Omdat iedereen de volgende ochtend extra vroeg present was, werd er nog een nieuwe teamfoto geschoten, welke ook al voorbij gekomen is op facebook. (mocht je nog niet facebook-vrienden met me zijn en wel op de hoogte gehouden willen worden van het beeldmateriaal waarna ik zo nu en dan refereer, mag je me altijd uitnodgingen om vrienden te worden..)


Door het stralende weer op de gletsjer, waar ik een groot deel van de week les gegeven heb, werden alle kinderen deze week door ouders, verzorgers, opa’s en oma’s daar ook opgehaald. Daardoor kon ik ook nog een paar keer wat pistes meepakken na de les.

Groot voordeel van skiën op de Maiskogel deze weken was, dankzij de nieuwe regel: eerder stoppen. Hierdoor is er op donderdag genoeg tijd om thuis nog even onder de douche door te lopen en rustig je oorkondes te schrijven, voordat de prijsuitreiking begint.

Vaste prik op donderdagmiddag, na de Race, was deze weken met zoveel mogelijk kindergroepen ‘het grote sneeuwballengevecht’.
Op vrijdag geniet de Maiskogel bij de meeste leraren tegenwoordig ook vaak de voorkeur. Want we zijn door de nieuwe regel, op onze laatste werkdag, daardoor mooi op tijd klaar. Hierdoor moeten we wel langer wachten om rapport bij de baas te kunnen doen, maar deze tijd wordt meestal nuttig besteedt door een drankje of ijsje te doen op een terras.
De standaard donderdag-Palletti-pizza, poker&karaoke-avond heeft deze week ook plaats moeten maken voor restaurant Flair en poolen en darten in de speelhal.
Ook hadden we deze week weer een verjaardag van één van onze collega’s in Blauhaus. Na eerst daar de verjaardagstaart verorbert te hebben, zijn we daarna met de hele groep (ruim 20 ‘partypeople’) verplaatst naar de Baumbar. Qua bezoekersaantal was deze door onze komst met zo’n 300% gestegen. De arme meid achter de bar, wist niet wat haar overkwam en de gemiddelde wachttijd om een drankje te bestellen ging daardoor ook met 300% omhoog! Maar ondanks dat, was het er erg gezellig. Waarom snap ik dus nog steeds niet, maar op een gegeven moment stonden we weer, zoals gewoonlijk, in Pavillon.. Hier was het, ook zoals gewoonlijk, erg druk en daarom zijn we met ongeveer de helft van de groep weer terug gegaan naar de Baumbar.

Zaterdagochtend ging de wekker daarna iets te vroeg.. Of ik was te laat naar bed gegaan J.. Mijn grote voordeel is dat ik niet mag drinken, omdat ik nog moet rijden en daardoor was ik alleen maar moe. In tegenstelling tot menig collega, die deze ochtend naast moe ook brak waren, in diverse gradaties.
Ik was in ieder geval present en er stond weer een vrijwillige training op het program.
Omdat we het niet eens werden over de trainingslocatie gingen we hiervoor stemmen. Na deze stemronde, wilden de meesten naar de gletsjer. Mijn (minderheids)stem ging naar de Maiskogel, waar we uiteindelijk, na mijn beargumentering, toch beland zijn. (Misschien is de politiek ook nog wel eens iets voor me..;p)
Gelukkig lag de piste er mooier bij als de vorige week en heb ik kennnis mogen maken met slalom en GS (Giant Slalom). Redelijk nieuw voor mij. En zonder de poortjes gaat deze techniek mij redelijk goed af. Met poortjes, wordt het even een ander verhaal en komt het vooral ook op timing aan en is er weinig tijd tot corrigeren.. Maarrrr ik ben de, voor de gelegenheid, door ons opgezette race een aantal keer doorgekomen en ‘het smaakt naar meer!!’. Deze week, gelukkig, gezien de hoge snelheid, geen ‘faceplants’ of valpartijen.
Tussenevaluatie van mijn relatie met mijn Atomics: we worden een steeds beter team.
Na afloop weer een biertje in Lederhosen genuttigd en daarna thuis nog een drankje met één van mijn Estse collega’s gedaan.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active